Scroll down

    Stichting Martinus van Marum

    In 2006 is als onderdeel van het KNMG District Spaarne & Amstel de Stichting Martinus van Marum opgericht. Sinds de fusie in 2017 van District Spaarne & Amstel met Districten Amsterdam en Noord- Holland Noord is de Stichting Martinus van Marum zelfstandig.

    De Stichting is gevestigd te Haarlem, de stad waar Martinus van Marum directeur van het Teylers Museum was.

    De Stichting Martinus van Marum reikte tot 2018 een tweejaarlijkse prijs uit voor een voltooid patiëntgericht onderzoek door een arts-onderzoeker of arts-assistent- al dan niet in opleiding- verricht in een van de instellingen in de provincie Noord- Holland. De feestelijke prijsuitreiking werd gehouden in een van de historische panden in Haarlem.

    Waarom heeft het District Spaarne & Amstel de prijs vernoemd naar Martinus van Marum?       

    Martinus van Marum (1750-1837) werd in Delft geboren, studeerde geneeskunde in Groningen en vestigde zich in 1774 als arts in Haarlem. Zelf omschreef hij deze keuze: ”De bewoners van Haarlem hebben ene meer algemene smaak voor wetenschappen”.
    Zijn belangstelling voor de uitoefening van de geneeskunde was beperkt. Vooral de natuurwetenschappelijke aspecten van de biologie trokken hem aan. Door H. Veen werd hij omschreven als “den wegbereider van de nieuwere geneeskunde, waarvoor hij met zijn medewerkers een hechten natuurwetenschappelijken grondslag heeft gelegd”.

    Bij zijn aanstelling als (onbezoldigd) lector in de wijsbegeerte en wiskunde in 1777 hield hij een intreerede met als titel: “Het nut der natuurkunde in ’t algemeen en voor de geneeskonst in ’t byzonder”. Hij was jarenlang secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Als eerste directeur van het Teylers museum was hij de drijvende kracht achter de opbouw van de natuurwetenschappelijke collectie. Als secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen schreef hij vele prijsvragen uit, waarbij hij steeds benadrukte dat nieuwe therapieën slechts dan aanvaardbaar waren wanneer de werking en de ratio ervan door “ontwijfelbare proeven” bevestigd en opgehelderd waren.

    Zijn belangrijkste bijdragen waren de door hem gebouwde elektriseermachine (de grootste ter wereld en te zien in Teylers museum), de ontwikkeling van ventilatoren voor o.a. de gods- en gasthuizen, de vervolmaking van de papiniaanse pot waarmee soep voor de armlastigen werd bereid. Als eerste plaatste hij zuurstofapparaten voor medische doeleinden in Nederland.

    Martinus van Marum was een “homunculus universalis” die zocht naar verbanden tussen verschillende natuurwetenschappelijke verschijnselen en hun relatie met de geneeskunde. Thans zou hij zeker ook deze interdisciplinaire verbanden gelegd hebben. Het bestuur van district Spaarne & Amstel heeft in 2006 zijn tweejaarlijkse prijs de ‘Martinus van Marum prijs voor Geneeskunde’ genoemd om hem te eren en de jonge onderzoeker te belonen, die – naar zijn voorbeeld – naar de fundamenten van de wetenschap zoekt en buiten de grenzen van het vakgebied durft te kijken.

    Bron: A. Wiechmann, L.C. Palm (ed.): Een elektriserend geleerde, Martinus van Marum, 
    1987 Joh. Enschedé & Zonen. ISBN 90 70024 50 0
    H.Veen: "Een beschouwing over het vraagstuk der verdrinking". Amsterdam (1945 )

    Nieuwsgierig naar Martinus van Marum? Martinus van Marum in het Teylers Museum JvdF

    Contact

    Wijnoldy Danielslaan 23
    2082 HA, Santpoort- Zuid